Weet u welke codes van Vak III (onroerende inkomsten) er dienen te worden ingevuld bij beroepsmatig gebruik van een deel van de gezinswoning? Welk invloed heeft dit op uw personenbelasting? Wat kan u ondernemen om de fiscale aftrek van een hypothecair krediet en bijhorende schuldsaldoverzekering te optimaliseren? Hoeveel investeringsaftrek kan u genieten voor uw beroepsmatig aangewend onroerend goed en wat zijn de voorwaarden? En hoe kan u er eventueel voor zorgen dat de stopzettingsmeerwaarde op het beroepsgebouw niet belast wordt?
In de vijfde sessie (1u) van vijf inzake onroerend goed in de personenbelasting bespreekt Marc Gielis de mogelijkheden tot fiscale optimalisatie van een beroepsmatig aangewend onroerend goed in de personenbelasting.
Komen onder meer aan bod: de codes van vak III m.b.t. het onroerend goed gebruikt voor de beroepsactiviteit, het belang van het huwelijksvermogensstelsel bij onroerende verhuur tussen partners, het belang van een huurcontract en effectieve betaling van huur tussen partners in het kader van beroepsmatige verhuur, de herkwalificatie als beroepsinkomen, het begrip eigen woning, het deel van de eigen woning gebruikt voor de beroepswerkzaamheid, de splitsing van het hypothecair krediet in gewestelijk (eigen woning) en federaal (beroepsgedeelte), de fiscale optimalisatie van het beroepsgedeelte, de investeringsaftrek, de desaffectatietheorie, de meerwaarde op grond en het belang van het huwelijksvermogensrecht op afschrijvingen en meerwaarden van het beroepsmatig aangewend onroerend goed.
Na het volgen van deze sessie weet u precies hoe u het beroepsmatig gebruik van een onroerend goed in de personenbelasting fiscaal kan optimaliseren.