Weet u waarom België tot drie maal toe is veroordeeld door het E.H.V.J. inzake discriminatie van buitenlandse t.o.v. Belgische onroerende inkomsten? Wat is er precies aangepast in de huidige wetgeving om deze discriminatie op te heffen? Welke invloed heeft de nieuwe wetgeving op de aangifte en de berekening van de personenbelasting? En is het nuttig om een hypothecaire lening te sluiten voor een buitenlands onroerend goed?
In de derde sessie (1u) van vijf inzake onroerend goed in de personenbelasting bespreekt Marc Gielis de aangifte van buitenlandse onroerende inkomsten in de personenbelasting voor en na 1 januari 2021 en de gevolgen voor de berekening van de personenbelasting. De nieuwe wetgeving wordt toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden.
Komen onder meer aan bod: rubriek A en B van de aangifte personenbelasting en het verschil in belastingberekening, de veroordeling tot discriminatie door het E.H.V.J., de aanpassing van de wetgeving inzake discriminatie, de berekening van het kadastraal inkomen van een buitenlands onroerend goed, de aangifte van buitenlands onroerend goed in de aangifte personenbelasting vanaf aanslagjaar 2022, de gevolgen van niet-aangifte buitenlandse onroerende inkomsten, het progressievoorbehoud en de actuele normale verkoopwaarde.
Na het volgen van deze sessie weet u precies welke impact de nieuwe wetgeving inzake buitenlandse onroerende inkomsten heeft op de aangifte en de berekening van de personenbelasting vanaf inkomstenjaar 2021.