Hoe vennootschapsmiddelen fiscaal efficiënt en juridisch correct kunnen worden ingezet voor de privé-aankoop van onroerend goed.
De opleiding behandelt hoe vennootschapsmiddelen fiscaal voordelig kunnen worden gebruikt voor de privé-aankoop van onroerend goed. Daarbij worden verschillende technieken besproken om vennootschapswinsten of liquiditeiten naar de privésfeer te brengen. De opleiding gaat in op de praktische en juridische mogelijkheden en risico’s van deze methodes, met concrete voorbeelden en fiscale inzichten. De structuur omvat modules over vermogensonttrekking, pensioenopbouw, rekening-courant, goodwill, en dividendstructuren.
In de eerste module wordt ingegaan op de basisprincipes en mogelijkheden om vermogens uit de vennootschap te onttrekken. Het gebruik van een individuele pensioentoezegging (IPT) wordt als eerste techniek besproken. Dit laat toe om onroerend goed te financieren via een opgebouwde spaarpot in de vennootschap, met aandacht voor eigendomsvereisten, fiscale aftrekbaarheid van intresten en de belastingdruk bij uitkeringen. Ook andere mechanismen zoals inpandneming en voorschotten komen aan bod.
Vervolgens wordt de techniek van een rekening-courantlening behandeld. Hierbij kunnen vennootschapsmiddelen worden geleend aan een marktconforme rente. Er wordt toegelicht hoe belasting op een voordeel van alle aard vermeden kan worden door een gepaste rentevoet te hanteren. Daarnaast worden de voorwaarden van artikel 18 KB WIB1992 belicht, en hoe deze correct toegepast kunnen worden.
De goodwilltechniek wordt in de derde module besproken. Dit houdt in dat de onderneming goodwill of activa aan de vennootschap verkoopt. De fiscale implicaties, zoals stopzettingsmeerwaarden en afschrijvingen door de vennootschap, worden uitgelegd. Deze methode biedt directe liquiditeiten die gebruikt kunnen worden voor privé-investeringen.
In de volgende module wordt de dividendstructuur uitgelegd, waaronder VVPR-bis en VVPR-ter. Hier wordt dieper ingegaan op de voorwaarden om dividenden aan een verlaagd tarief uit te keren. Ook worden de liquiditeitstest en de netto-actieftest uitgelegd, die essentieel zijn bij dividenduitkeringen. Concrete voorbeelden tonen aan hoe dividenden en de liquidatiereserve kunnen worden aangewend om hypothecaire leningen fiscaal voordelig af te lossen.
De opleiding biedt een helder inzicht in de voor- en nadelen van deze technieken. Het benadrukt hoe ze fiscaal en juridisch correct toegepast kunnen worden, met oog voor zowel korte- als langetermijnplanning. Dankzij de concrete voorbeelden en praktische toepasbaarheid is deze opleiding waardevol voor wie vennootschapsmiddelen efficiënt wil inzetten voor privé-investeringen in vastgoed.