Hoe kapitaalvermindering fiscaal en juridisch wordt ingezet om vermogen uit een vennootschap te onttrekken zonder onnodige belastingdruk.
Deze training onderzoekt hoe kapitaalvermindering kan worden gebruikt om vermogen uit een vennootschap te onttrekken, met nadruk op de juridische, fiscale en economische gevolgen. Er wordt ingegaan op wettelijke vereisten zoals de netto-actief- en liquiditeitstest, en hoe deze een uitkering beïnvloeden. De modules belichten ook de impact van kapitaalvermindering op belastingvoordelen en successieplanning, inclusief specifieke scenario’s zoals de inbreng van onroerend goed.
Eerst worden de voorwaarden voor kapitaalvermindering toegelicht, waaronder de noodzaak van naleving van strenge tests om liquiditeitsproblemen en bestuurdersaansprakelijkheid te voorkomen. Vervolgens wordt het verschil tussen kapitaal en inbreng verduidelijkt en hoe fiscale regelgeving sinds 2017 de mogelijkheden voor belastingvrije vermindering heeft beperkt. Specifieke maatregelen, zoals de prorata-regeling, worden uitgelegd met praktische voorbeelden.
Daarna komt het gebruik van kapitaalvermindering in natura aan bod, waarbij eigendommen zoals onroerend goed worden onttrokken. Dit wordt in detail besproken met aandacht voor de fiscale implicaties, registratierechten en de voordelen van de zogenaamde wachtregeling. Het belang van timing en correcte toepassing van fiscale regels wordt benadrukt.
Ook de bredere impact op successieplanning en financiële structuren krijgt aandacht. Er wordt uitgelegd hoe kapitaalvermindering invloed heeft op de erfbelasting en hoe het de balans en het rendement van de vennootschap kan beïnvloeden. Tot slot biedt de training een overzicht van mogelijke risico’s en praktische oplossingen.
Deze opleiding biedt waardevolle inzichten voor ondernemers en adviseurs die kapitaalvermindering willen inzetten als fiscaal en juridisch instrument. Met concrete voorbeelden en duidelijke richtlijnen helpt het om complexe vraagstukken efficiënt en correct te benaderen.